Vinden en gevonden worden. Dat zijn de kenmerken van Galí. Een bastaard hond van vijf jaren oud, met border collie bloed en afkomstig uit Frankrijk.
Brigitte was zwetend en fietsend om op de Franse Alpe d’Huez geld in te zamelen voor onderzoek naar kanker, om zo mensen met deze ziekte een grotere kans te geven dit te overleven. En plots, bij een oefenrondje op de Col de Galibier, nog in rouw van het wegvallen van haar moeder, zat zij daar op haar te wachten. Een pup van ongeveer vijf maanden. Aan de kant van de weg. Schijnbaar zomaar. Haar ogen keken dwars door Brigitte heen en de ontmoeting met dit donkerharige wezentje maakte haar zo blij. Nee, de pup was niet verwaarloosd, wel moederziel alleen. En hechten en vertrouwen kon ze direct. Het was liefde op het eerste gezicht. Brigitte ging naar de plaatselijke dierenarts om te achterhalen van wie het beestje was en gelukkig voor Brigitte werd de eigenaar niet gevonden. Ze noemde haar Galí, naar de berg waarop ze elkaar hebben gevonden. En verliefd werden. Straalverliefd.
Waarschijnlijk is ze de weg kwijtgeraakt vanaf een boerderij. Ze is een slim beest, maar haar oriëntatievermogen scoort een fikse onvoldoende. Nog steeds.
Nina speurde keer op keer de gegevens van OOPOEH af naar een geschikte oppashond voor haar. Ze had haar hele leven met verschillende honden geleefd. Want ach, wat is een leven zonder hond? Maar eentje voor dag en nacht was te veel geworden op haar leeftijd. Haar man is met pensioen en samen trekken ze er veel op uit. Dat kan nu en is ook zo waardevol, maar met een hond lastiger. Zij vond Galí. Op loopafstand van haar huis en ook nog eentje met het karakter om de boel bij elkaar te houden, zoals haar eerdere honden. Bobtails.
Ook al komt Galí maar één dag in de week, de emotionele hechting is hetzelfde als met haar vorige honden. Die wel altijd in huis waren. Ze straalt altijd als Brigitte Galí komt brengen.
Galí houdt van mensen en van ballen. Specifieke ballen. Zo’n eentje die je goed in je bek kan houden, omdat het zich enigszins vormt naar de kaken. Met een speciaal geurtje. Tennisballen.
Zoals een border collie dat kan, houdt ze de boel bij elkaar en daarom ontgaat haar niets. Als ze na een wandeling of een heerlijk uitgebreide knuffel in huis ligt, ligt ze altijd strategisch tussen de plaats waar Nina en haar man is. Bij het minste teken van verplaatsing van één van de twee, reageert Galí altijd. Met een oor even wat omhoog, een open oog, of de romp richt zich geluidloos op, gesteund door de voorpoten.
Ze kijkt nog steeds dwars door mensen heen. Net zoals bij de eerste ontmoeting op de berg. En heeft relatief kleine oortjes, maar in schattigheid de hoofdprijs. Vaak klapt haar rechter oor dubbel. Naar voren. Als een knipoog. Haar bijna zwarte ogen in de zwarte vacht spelen komisch met het oogwit, dat telkens eventjes tevoorschijn komt als ze zeer geconcentreerd een tennisbal volgt.
Als Galí bij haar OOPOEH Nina is, terwijl baas Brigitte werkt, geeft dat rust. Het is weten dat Galí het goed heeft. Dan kun je je helemaal focussen op het werk.
Tijdens wandelingen vindt Galí verloren tennisballen. Deze moeten dan in beslag genomen worden. Ze duikt in een bosje, snuft, rommelt en vindt. Zo’n vergeeld kleinood. Ze vond er een keer twee. Tegelijkertijd. Met maar één bek tot beschikking. Nina zag haar overwegen. Hoe dit aan te pakken? Zulke prachtig cadeaus laat je toch niet liggen. Ze weet dat Nina meerdere ballen kan bewaren. En bracht er eerst eentje naar haar, dook terug in de bosjes en hield de tweede in haar bek.
Samenwerken is het allerleukste.