OOPOEH Jeanne: “Obi is eigenlijk te groot voor op schoot, maar liefde overwint alles”

Het enige probleem in het leven van Obi is de bocht in de gang naar zijn OOPOEH. Hij is een racebeest. Zijn startblok is de lift. Het is goed dat er geen scheids is, want hij beweegt altijd. Krabbelt. Aan de deur. Van plezier en ongeduld. 

Hij heeft een lang smal lijf, zodat weinig weerstand hem hindert bij de sprint van de lift naar de woonkamer. Naar Jeanne, zijn OOPOEH. De korte poten gaan dan sneller dan snel. En de staart is zo enthousiast, zodat je met die krachtige bewegingen wel heel Amsterdam kunt voorzien van groene energie.

De finish is de woonkamer. Twee keer in de week doet hij die race. Met een heuse hindernis. De gang van de lift naar de woonkamer is in de vorm van een L. En heeft dus een bocht. En in die bocht zit de hindernis. Obi slipt daar. Vaak. Rolt ineens op zijn zij. Een metertje. Maar in die slip, als de pootjes even het contact met de vloer missen, vinden ze de vloer weer in minder dan een seconde voor de laatste meters naar de woonkamer. Zijn beloning van de race is onvoorwaardelijke gezelligheid.

Jeanne en haar man hebben meerdere honden gehad in hun leven. Onder andere een labrador. Hoewel Obi er anders uitziet, voelt zijn vacht hetzelfde als juist dat beest. Drie dagen in de week is het verwendag. Voor Obi, maar ook voor Jeanne en haar man. ‘Een huis zonder hond is leeg’, zegt Jeanne.

Na zo’n buitengewone actie laat Obi zich graag verwennen. Op schoot. Geeft zich volledig over. Jeanne aait hem, eindeloos. Lekker warm.  ‘Dat voelt weldadig en wat hem en ons betreft houden we dat uren vol.’ Hij is er eigenlijk te groot voor, maar liefde overwint alles. Gelukkig zit in de sprong naar een schoot geen L-bocht. Dat gaat altijd goed. En hij kan ook lang en blij en stil op zijn eigen kussen liggen.

Hij gaat mee naar ieder bezoek buiten de deur. Elke dag een bezoek aan het park. Aan de lijn. Hij heeft het talent om konijnen te ruiken van verre afstand. In Bulgarije had hij dat zeker nodig in de eerste jaren van zijn leven. Bij die konijnengeur wordt hij mal in zijn kop, wil de beestjes achterna, maar dat mag niet. Hoeft ook niet. Er is nu genoeg eten voor hem.

Ook gaat hij mee op visite. Naar vrienden, familie of zelfs mee naar een zorghotel. Hij gedraagt zich dan braaf.

Die race in de gang is tweemaal in de week, maar hij is drie dagen in de week bij zijn OOPOEH-thuis. Die bofferd mag een nachtje slapen. In bed. Bij Jeanne en haar man. Daar ligt hij heel rustig, totdat hij vindt dat de dag zeker begonnen moet worden. Hij wiebelt wat, gaat op zijn poten staan, kwispelt en speelt. Eventjes. Dan vlijdt hij zich neer op haar man. En met zijn neus gidst hij hem uit bed. Zoals alleen honden dat kunnen. Zo’n ochtend begint zo goed!

En het allermooiste voor Obi? Dat is als baas Marjolijn hem weer komt ophalen. Met dochter Anna. Hij springt en racet dan weer. Naar haar. En de kleine meid. Hij heeft hen zo lief.

 

Ellenoor Piersma schrijft sinds kort succesverhalen voor Stichting OOPOEH. Honden en schrijven spelen een grote rol in haar leven: onlangs verscheen haar geïllustreerde boek ‘Verse Mannen‘ over de geboorte en eerste negen weken van een nestje Markiesjes van haar hond Kato. Haar ‘puppegrut’.

Deel dit op: